Voorkom vergrijpboete of zwaardere straf bij onjuiste aangifte inkomsten- en/of vennootschapsbelasting

Een foutje bij het doen van belastingaangifte van uzelf of uw BV is natuurlijk snel gemaakt. Maar het onjuist aangifte doen, wordt wel streng bestraft. Wat moet u daarom weten?

De definitieve aanslag is in beginsel de uiteindelijke aanslag. Zo ontvangt u de definitieve aanslag uiterlijk binnen drie jaar na afloop van het jaar waarover u aangifte heeft gedaan. Heeft u uitstel gehad voor het doen van aangifte, dan wordt de periode dat u uitstel heeft gehad, bij de termijn van drie jaar geteld.

Heeft u over een belastingjaar de definitieve aanslag ontvangen, maar over dat belastingjaar een onjuiste aangifte gedaan waardoor er te weinig of ten onrechte geen belasting is geheven, dan kan de Belastingdienst onder bepaalde voorwaarden (artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen) terugkomen op de eerder opgelegde definitieve aanslag door een navorderingsaanslag op te leggen. De te weinig geheven belasting wordt dan alsnog nageheven met rente.

De hoofdregel hierbij is dat er sprake moet zijn van een nieuw feit of dat er sprake moet zijn van kwader trouw. Er is sprake van een nieuw feit als de inspecteur beschikt over een nieuw feit waarmee hij ten tijde van het vaststellen van de aanslag niet bekend was of redelijkerwijs niet bekend had kunnen zijn. Er is sprake van kwader trouw als er opzettelijk bepaalde gegevens niet of onjuist opgenomen worden in de aangifte.

In een aantal gevallen is er voor het opleggen van een navorderingsaanslag geen nieuw feit vereist, bijv. als:

  • een voorlopige aanslag, teruggaaf of verliesverrekening ten onrechte of tot een onjuist bedrag is verrekend; 
  • als de navordering ziet op de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen tussen partners;
  • als ten gevolge van een fout een aanslag ten onrechte niet wordt opgelegd of als door een fout een belastingaanslag te laag wordt vastgesteld en het voor de belastingplichtige kenbaar is dat er een fout is gemaakt. Hiervan is altijd sprake indien de te weinig geheven belasting ten minste 30% afwijkt van de verschuldigde belasting.

De bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag vervalt door verloop van vijf jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Heeft u voor het doen van aangifte uitstel, dan wordt de navorderingstermijn met de duur van dit uitstel verlengd.

Voorbeeld: U heeft voor het belastingjaar 2018 vier maanden uitstel gekregen voor het doen van aangifte. Een navorderingsaanslag kan door de Belastingdienst uiterlijk worden opgelegd op 30 april 2024. Over inkomsten en vermogen uit het buitenland geldt een navorderingstermijn van twaalf jaar plus de eventuele duur van het verkregen uitstel.

Herstelt de Belastingdienst een fout in een belastingaanslag, dan vervalt de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag door verloop van twee jaar na het tijdstip waarop het besluit is gevallen om geen aanslag op te leggen of door verloop van twee jaar na het vaststellen van de aanslag.

Voor het met opzet niet, onjuist of onvolledige doen van aangifte kunt u een vergrijpboete krijgen. De hoogte van de vergrijpboete is afhankelijk van de vraag of er sprake is van opzet of van grove schuld. Is er sprake van opzet, dan kunt u een vergrijpboete krijgen van 50% over het te weinig betaalde belastingbedrag. Bij grove schuld bedraagt de vergrijpboete 25%. Zijn er echter strafverzwarende omstandigheden, zoals bij fraude of omdat u reeds eerder voor hetzelfde belastingmiddel een vergrijpboete of een straf heeft gekregen, dan kan deze oplopen tot 100% van het te weinig betaalde belastingbedrag.

Heeft u opzettelijk of met grove schuld inkomen uit sparen en beleggen niet of onjuist aangegeven, dan bedraagt de vergrijpboete 150% van het te weinig betaalde belastingbedrag. Bij grove schuld is dit 75%. De boete kan worden verhoogd tot 300% als er sprake is van strafverzwarende omstandigheden.

Bedraagt het fiscale nadeel bij het doen van een onjuiste aangifte of meerdere aangiften € 100.000 of meer, dan wordt de zaak aangemeld voor mogelijke strafrechtelijke afhandeling als er sprake is van een vermoeden van opzet.

Is het nadeel minder dan € 100.000, maar ten minste €20.000, dan wordt de zaak voor mogelijke strafrechtelijke afhandeling aangemeld als er sprake is van een vermoeden van opzet en als een of meerdere aanvullende wegingscriteria daartoe aanleiding geeft, bijv. als:

  • de fiscale fraude maatschappelijke gevolgen heeft, zoals gevaar voor de volksgezondheid of veiligheid;
  • het gaat om personen die een openbaar ambt bekleden (burgemeesters, wethouders of politieke vertegenwoordigers) of die beroepsmatig invloed hebben op het handelen van derden of op de financiële integriteit van geldstromen (advocaten, adviseurs, accountants, notarissen, bankiers, effectenhandelaars);
  • de verdachte vaker onjuiste aangiften deed.

Indien er eenmaal een vergrijpboete is opgelegd, kan er geen strafrechtelijke vervolging meer plaatsvinden. Hetzelfde geldt andersom. Dit noemt men het una via-beginsel.

Als u uiterlijk twee jaar nadat u een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan of aangifte had moeten doen, alsnog een juiste en volledige aangifte doet, dan wel juiste en volledige inlichtingen, gegevens of aanwijzingen verstrekt voordat u weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat de inspecteur met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden, legt hij geen vergrijpboete op.

Dit geldt niet indien de verbetering betrekking heeft op inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2). Er wordt dan altijd een vergrijpboete opgelegd, maar deze kan bij vrijwillige verbetering lager zijn. Verbetert u een onjuiste of onvolledige aangifte na twee jaar, nadat u aangifte heeft gedaan of had moeten doen, dan krijgt u alsnog een vergrijpboete. Wel zal de Belastingdienst bij het opleggen van de boete rekening houden met het feit dat u meegewerkt heeft.

Een aangifte inkomstenbelasting kunt u aanpassen en opnieuw versturen tot vijf jaar na het jaar waarover de aanslag gaat. Dit geldt niet voor de verdeling van de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten tussen u en uw fiscale partner. Deze kunt u alleen nog aanpassen binnen zes weken na de datum van de definitieve aanslag.

Een aangifte vennootschapsbelasting kunt u aanpassen en opnieuw versturen zolang u nog geen definitieve aanslag heeft ontvangen. Heeft u reeds een definitieve aanslag ontvangen, dan kunt u bezwaar maken tegen de aanslag binnen de bezwaartermijn van zes weken. Ook kunt u schriftelijk verzoeken om een navorderingsaanslag.

Kunt u geen aangifte meer doen of kunt u uw aangifte niet meer wijzigen, omdat deze bijv. onherroepelijk vaststaat, dan kunt u gebruikmaken van het formulier Melding vrijwillige verbetering van de Belastingdienst.

Meer weten over MN adviseurs & accountants of hulp nodig? Kijk op mnadviseurs.nl en/of neem gerust contact met ons op onder T: 0031 85 0401120 of E: info@mnadviseurs.nl

* Wij streven ernaar om middels de nieuwsberichten op deze website correcte en actuele informatie te verschaffen, maar kunnen niet garanderen dat die informatie na verloop van tijd nog steeds juist, volledig en actueel is. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van handelen of nalaten op grond van de inhoud van de nieuwsberichten

 

Belastingaangifte_FB_link.jpg

Schrijf u in voor onze digitale nieuwsbrief. 

Voor meer informatie verwijzen wij naar onze Privacy Statement
*  Website URL
Inschrijven

Deze website is gemaakt door  websignaal.png