IB- en VPB-ondernemers mogen dit jaar willekeurig afschrijven

Economische onzekerheid is in de regel niet de beste voedingsbodem voor investeringen in het mkb. Om ondernemers daarbij toch een steuntje in de rug te geven, heeft het kabinet eerder een stimuleringspakket aangekondigd dat in dit jaar toegepast kan gaan worden. Een van de stimuleringsmaatregelen is de verruiming van de mogelijkheid tot willekeurige afschrijving van bedrijfsmiddelen.

Het kabinet heeft vorig jaar een stimuleringspakket aangekondigd dat inmiddels (deels) in de wet is opgenomen. U kunt dus dit jaar deels gebruik gaan maken van deze maatregelen. Het pakket was al op Prinsjesdag aangekondigd, en beslaat van 2023 tot en met 2027 elk jaar € 500 miljoen.

Vanaf 2028 is een bedrag van structureel € 600 miljoen beschikbaar. Dit moet u wat tegenwicht bieden voor de lastenverzwaringen die op het bedrijfsleven zijn afgekomen, zoals de verhoging van het lage tarief in de VPB van 15% naar 19%.

Eén van de onderdelen van het pakket is de (tijdelijke) regeling voor willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen.Het gaat hier om een hernieuwde openstelling van een regeling die eerder al in onder meer 2009, 2010 en 2011 gold. De regeling is inmiddels opgenomen in de Uitvoeringsregeling willekeurige afschrijving.

Dankzij deze regeling kunt u dus als u dit jaar investeert in een bedrijfsmiddel, eenmalig tot 50% van het investeringsbedrag willekeurig afschrijven. Door die 50%-afschrijving meteen in 2023 te doen verlaagt u de belastbare winst en betaalt u dus minder belasting. Het restant moet u in de jaren daarna regulier afschrijven. Dat is in de meeste gevallen 20% per jaar met enkele uitzonderingen daargelaten. De verruiming geldt voor zowel de IB als voor de VPB.

Wat is nu eigenlijk precies de definitie van een bedrijfsmiddel?
In het algemeen zijn bedrijfsmiddelen te omschrijven als goederen die u gebruikt om de onderneming te laten draaien, die langere tijd meegaan en die niet bestemd zijn voor verkoop. Daarbij valt nog onderscheid te maken in:

  • materiële bedrijfsmiddelen, zoals machines, bestelauto’s, gebouwen en inventaris; en
  • immateriële bedrijfsmiddelen, zoals goodwill en vergunningen.

Er zijn natuurlijk nog andere zaken te bedenken die u ‘gebruikt’ om de onderneming te laten draaien, zoals een opleiding om uw verkoopkwaliteiten te verbeteren. Maar dat is geen bedrijfsmiddel.

Of u een ‘bedrijfsmiddel’ koopt of niet is fiscaal gezien van belang voor de aftrekbaarheid van de kosten. Op een bedrijfsmiddel moet u namelijk afschrijven, waardoor u de kosten dus in delen in aftrek brengt op de winst.

Maar schaft u iets aan dat niet in de categorie bedrijfsmiddel valt, dan mag u de aanschafprijs in datzelfde jaar in één keer verrekenen met de winst. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de kosten van huur, verlichting en verwarming en de kosten die samenhangen met het jaarlijks onderhoud aan bedrijfsmiddelen.

Ook als de aanschafprijs van het bedrijfsmiddel onder de € 450 blijft mag u dat bedrag in één keer ten laste brengen van de winst.

Wilt u de willekeurige afschrijving toepassen dan moet u wel rekening houden met een aantal voorwaarden. Zo geldt de regeling alleen voor in 2023 aangeschafte bedrijfsmiddelen, en dus niet voor bijvoorbeeld machines die al in gebruik zijn genomen. U moet dus in het kalenderjaar 2023 verplichtingen aangaan voor de aanschaf of zogeheten voortbrengingskosten maken (bij een bedrijfsmiddel dat de onderneming zelf maakt). Uw onderneming moet het bedrijfsmiddel vervolgens vóór 1 januari 2026 in gebruik nemen.

Welke kosten tellen er mee voor afschrijving?
Voor de afschrijving is het van belang om te weten welke kosten meetellen bij de investering in een bedrijfsmiddel. De Belastingdienst meldt dat in het algemeen deze bedragen samen de aanschafkosten vormen:

  • aanschafprijs (exclusief BTW, als u de BTW kunt verrekenen. Zo niet, dan geldt de prijs inclusief BTW);
  • aankoopkosten (denk aan notariskosten als u een bedrijfspand koopt);
  • installatiekosten en kosten voor het bedrijfsklaar maken van het bedrijfsmiddel.

Als u nog subsidie krijgt op de aankoop, vermindert dat de aanschafkosten. Ook als u de subsidie pas achteraf krijgt.

Een aantal bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd van de willekeurige afschrijving, zoals gebouwen, schepen, vliegtuigen en bedrijfsmiddelen die bestemd zijn voor verhuur aan derden. Ook bedrijfsmiddelen waarop via een andere regeling – zoals de Vamil – willekeurig wordt afgeschreven zijn uitgesloten.

Personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer vallen in principe ook niet onder de verruimde afschrijving. Wel is er een uitzondering voor personenauto’s met een ‘nulemissie’. Dat is een auto waarvan uit het kentekenregister blijkt dat de uitstoot nul gram CO2 per kilometer is.

Verdere uitzonderingen zijn nog immateriële activa zoals vergunningen en goodwill, dieren en voor het openbaar verkeer openstaande wegen en paden, inclusief bruggen, viaducten, duikers en tunnels.

Een voorbeeld: U koopt een machine in 2023 van € 100.000. Deze heeft een gebruiksduur van vijf jaar en restwaarde van € 20.000. Als u de willekeurige afschrijving toepast is de afschrijving maximaal € 40.000 (50% van € 80.000). Daarnaast schrijft u jaarlijks € 8.000 regulier af € 40.000 / 5 jaar). Na vijf jaar heeft u € 80.000 afgeschreven. In 2023 schrijft u dus € 48.000 af. Hieruit blijkt dat het totaal aan afschrijvingen over de gehele levensduur van het bedrijfsmiddel niet verandert. De afschrijvingskosten heeft u zo dus deels naar voren gehaald.

In het stimuleringspakket is ook opgenomen dat het kabinet de investeringen in innovatie wil aanjagen door de WBSO te verruimen. Via de WBSO kunt u een deel van de (loon)kosten terugkrijgen die zij maken voor speur- en ontwikkelingswerk.

Het voorstel is om de schijfgrenzen voor de subsidie op te hogen. Hoe de nieuwe grenzen eruit komen te zien, moet nog blijken. De cijfers voor de WBSO in 2023 luiden nu nog (nog geen grote aanpassingen doorgevoerd!):

  • het percentage van de eerste schijf is 32%;
  • de bovengrens van de eerste schijf bedraagt € 350.000;
  • het percentage van de tweede schijf is 16%;
  • het percentage van de eerste schijf voor starters bedraagt 40%;
  • S&O-aftrek voor zelfstandigen
  • € 14.202;
  • aanvullende S&O-aftrek voor startende zelfstandigen € 7.106;
  • het budget voor de WBSO is € 1.370 miljoen.

Meer weten over MN adviseurs & accountants of hulp nodig? Kijk op mnadviseurs.nl en/of neem gerust contact met ons op onder T: 0031 85 0401120 of E: info@mnadviseurs.nl

* Wij streven ernaar om middels de nieuwsberichten op deze website correcte en actuele informatie te verschaffen, maar kunnen niet garanderen dat die informatie na verloop van tijd nog steeds juist, volledig en actueel is. Wij aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van handelen of nalaten op grond van de inhoud van de nieuwsberichten

 

Paul_en_Chelsea_in_gesprek_1_FB_link.jpg

Schrijf u in voor onze digitale nieuwsbrief. 

Voor meer informatie verwijzen wij naar onze Privacy Statement
*  Website URL
Inschrijven

Deze website is gemaakt door  websignaal.png