Bel +31 (0)85 040 11 20 of mail info@mnadviseurs.nl
Wat is het uitgangspunt van een wettelijke verdeling? Mag de langstlevende echtgenoot alles opmaken? Hoe zit het met de vorderingen van de kinderen? Moet daarvoor zekerheid worden gesteld? Wat is raadzaam om te regelen?
Trees heeft een testament gemaakt met een ‘quasiwettelijke verdeling’. Dus kan haar echtgenoot Jan de nalatenschap (erfenis) geheel naar eigen inzicht verdelen alsof er sprake is van een wettelijke verdeling. In het testament staat dat Trees hiervoor heeft gekozen om na haar overlijden Jan ongestoord te laten voortleven.
Voor de waarde van hun erfdelen krijgen de kinderen vorderingen op hun vader. Die zijn pas opeisbaar na zijn overlijden. Ook zijn de vorderingen volgens het testament opeisbaar als Jan hertrouwt zonder het maken van huwelijkse voorwaarden, bij faillissement, surséance van betaling of als op Jan de wettelijke regeling Schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is, dan wel ingeval hij een overheidsuitkering aanvraagt waarvoor een vermogenstoets wordt gehanteerd.
Jan hoeft geen zekerheid te stellen voor de vorderingen. Wel mag hij de schulden aan zijn kinderen geheel of gedeeltelijk aflossen. Nadat Trees is overleden, gebruikt Jan zijn bevoegdheid uit het testament om de gehele nalatenschap aan zichzelf toe te delen. Ook lost hij voor € 25.733 de schuld aan een van zijn kinderen gedeeltelijk af.
Dochter Ingrid vreest voor verduistering van het vermogen, omdat haar vader een nieuwe partner heeft. Volgens Ingrid geeft haar vader grote bedragen uit. Ook de aflossing van de schuld aan haar broer is Ingrid een doorn in het oog. Om alles te kunnen bekostigen, wil Jan onroerende zaken verkopen. Ingrid stelt dat dit voor Jan onnodig is om op een normale manier in zijn verzorging te kunnen voorzien. Dus dient ze bij de rechter het verzoek in om conservatoir beslag te mogen leggen op alle onroerende zaken om haar vordering veilig te stellen.
Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2019:3380) gaat hier niet in mee. Bij een (quasi)wettelijke verdeling gaat het er niet alleen om dat de langstlevende echtgenoot goed verzorgd wordt achtergelaten, maar ook dat deze ongestoord kan voortleven. Daarbij speelt ook dat het vermogen van de nalatenschap is gevormd door de beide echtgenoten.
Door de verwijzing in het testament naar de wettelijke verdeling is het uitgangspunt dat Jan vrij is om naar eigen inzicht te beschikken over de erfenis. Die vrijheid wordt slechts
beperkt als hij misbruik zou maken van zijn bevoegdheid. Daarvan zou sprake zijn als Jan over de nalatenschap beschikt alleen maar om de verhaalsmogelijkheden van zijn
kinderen te benadelen. Dat speelt hier niet. Omdat Jan volgens het testament geen zekerheid hoeft te stellen, wijst het hof het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag af.
Wat is raadzaam om te regelen?
Als u werkt met een quasiwettelijke verdeling, is de langstlevende echtgenoot bevoegd alles aan zichzelf toe te delen. De kinderen komen pas aan bod na het overlijden van hun langstlevende ouder. Neem in het testament op dat het de bedoeling is om de langstlevende echtgenoot ongestoord te laten voortleven. Ook kunt u in uw testament bepalen dat er geen zekerheid hoeft te worden gesteld voor de vorderingen van de kinderen!
Voor de erfbelasting is uw testament een sterk document dat als bewijs geldt. Het is raadzaam om bij de wettelijke verdeling de vrijgestelde bedragen (€ 661.328 in 2020)
volledig te benutten. Dan mogen bij het eerste overlijden de vorderingen van de kinderen ook nog eens worden afgewaardeerd in verband met het vruchtgebruik van de
langstlevende ouder over die vorderingen.
Meer weten of hulp nodig? Neem gerust contact met ons op onder T: 0031 85 0401120 of E: info@mnadviseurs.nl